maandag 4 juli 2016

VIA VARNA (DEEL 1)

“DE BOK IS DOOD EN HET WAS ZIJN BLOED WAT HET MES ROOD KLEURDE. MEVROUW DAALMEIER MOEST EENS WETEN..”


--VIA VARNA  (DEEL 1) --

De trein kwam piepend en krakend tot stilstand. Sissend openden de deuren zich. Het was acht uur in de ochtend en een koele nevel dompelde het perron onder in een wonderlijk witte waas. Ik wierp mijn koffers uit de wagon. Te moe om beschaafd te zijn, te warrig om normaal te doen. Een rijzige oude vrouw met knot en uilenbril foeterde me uit. Ik deed of ik haar niet verstond.
Voor het station stond een lange rij taxi's op klanten te wachten. Een onvriendelijke Aziaat -hij stond nu eenmaal vooraan- reed me zwijgend naar mijn hotel. Ik, ook geen behoefte aan amicaal gedoe, keek star voor me uit.
We doorkruisten de ontwakende stad. De straatputten walmden, stadsverlichting doofde en we raakten bijna een overstekende hond. Ik vloekte.
De chauffeur gaf geen krimp, reed een stuk tegen het verkeer in en stopte onverwachts voor een vervallen gebouw. Het hotel deed me denken aan de set van een goedkope horrorfilm. In de grijsheid van die dag voelde het zeer Oost-Europees aan. Achter de balie stond een chagrijnige nicht. Verveeld overhandigde hij mij de sleutel van mijn kamer.
Ik sleepte mijn koffers de trappen op en zocht op de derde verdieping het kamernummer. Rul tapijt in de lange gang rook naar de dood. De kamer leek op een te grote grafkist. Een pijpenla, kanten beddengoed.

Ik heb toen even aan de sardonische lach van De Bok gedacht en was alsnog tevreden met mijn tijdelijk onderkomen. De Bok had mij in zijn koude klauwen gehad en ik was er maar mooi aan ontsnapt. Dat maakte alle bitter zoet.

Ik ontsloot een koffer en pakte deze uit. Enkele verzorgingsproducten, een paar schoenen, kleding en wat boeken. Toen ik een kastdeur opende bleek er toch iets van leven in dat hotel. Een muis schoot langs mijn voeten, een vette spin trok zich ijlings terug en twee bromvliegen zoemden prominent om aandacht. En aandacht kregen ze!
Daarna vroeg ik mij af of het eigenlijk wel normaal is; sorry zeggen als je een vlieg doodslaat.?
Niet dat ik dat vaak en zonder reden doe. Als ik na een frontale aanval op mijn voorhoofd het geduld verlies wil het weleens voorkomen.
Sorry zeggen klinkt dan wel lief en aardig, maar wat heeft zo'n beestje daaraan als het onherkenbaar op de grond eindigt? Waarom zou ik me verontschuldigen?
Zit er ergens in mijn streng atheïstische brein een calvinistisch reli-geheugen? Een goddelijk onderbewustzijn? En leg ik daar dan verantwoording aan af? Het zou niet veel gekker moeten worden.
Waarom zou God zich druk maken om zijn zelf bedacht systeem? Hij kan moeilijk alles in de gaten houden. Als de mens waarlijk naar zijn evenbeeld geschapen is, begrijpt Hij heus wel dat vliegende insecten rete-irritant zijn. Ze komen van zijn tekentafel. Toch?

Op de bodem van de koffer heb ik het mes teruggevonden. Ik plaatste het op de bovenste plank van de hotelkast. Het mes was vies en plakte aan mijn handen zoals mijn zware gemoed als hersenreuma aan mijn bewustzijn kleefde.
De wedstrijd was gespeeld. Na lang te hebben gestreden had ik daadwerkelijk gewonnen.
Als ik zou beschikken over empathie had ik mij waarschijnlijk onprettiger gevoeld.
Nu ervaarde ik vooral vrijheid en zoete wraak. Zo zou een Viking zich gevoeld kunnen hebben na een geslaagde rooftocht. Het is dat ik niet zingen kan, anders was ik in overwinningsgezang uitgebarsten.
De Bok is dood en het was zijn bloed wat het mes rood kleurde. Mevrouw Daalmeier moest eens weten. Zij is onlangs op de vlucht geslagen.
Iedereen die zich met deze man inliet zou vroeg of laat de klos zijn. Dat had mevrouw Daalmeier uiteindelijk ook begrepen.
Toen vorige week onverwachts haar hospita werd aangetroffen, mishandeld en gewurgd, heeft ze me huilend opgebeld. Mij bezwerend dat ik al die tijd gelijk had gehad. Kort daarna heeft zij, lichtelijk in paniek, een vliegtuig naar Vancouver genomen omdat haar zoon daar woont. Ze belde soms om mij op de hoogte te houden. Ze bleef nooit langer dan een dag op dezelfde plek had ze me verteld. Zelfs niet daar, aan die mooie Grote Oceaan. Arm mens.
Ikzelf was ronduit verdwaasd geweest. De Bok was niet mals maar dit ging mijn voorstellingsvermogen te buiten. Hij was zo’n man die jou met zijn woorden en duivelse lach inpakte waar je bij stond. Hij was mediterraans aantrekkelijk, sprak met Italiaans accent. Strak in het pak, meestal een Armani, maar verslaafd, crimineel en nietsontziend.
Vermoedelijk heeft de vroege dood van zijn Italiaanse moeder mede de richting bepaald die hij was ingeslagen.
Ik weet nog dat hij als klein, guitig jongetje alle moeders van de straat charmeerde. Ook de mijne. In niets leek het er op dat hij zich zou ontwikkelen tot de schrik van de buurt. Ons slaapstadje werd desalniettemin ruw wakker geschud toen zijn illegale talenten de overhand namen.

ik werd opgeschrikt door een aanzwellend koor van loeiende sirenes die niet veel later de straat vulden waar ik vanachter schrale vitrages zicht op had. Ik heb mezelf gezien, weerspiegeld in de ruiten. Ik schrok ervan, paranoïde als ik was.
Al snel bleek dat de politie doorreed. Pas toen daarna ook het nerveuze noodsignaal in volume afnam ontspande ik. Maar toch: Zou ik al gezocht worden? Dat kon toch helemaal niet? Heeft iemand onverhoopt De Bok gevonden? Mevrouw Daalmeier? Misschien was mevrouw Daalmeier helemaal niet naar Vancouver afgereisd? Ik had zo mijn twijfels gehad bij haar verhaal. Ze was de laatste tijd wel erg dik geweest met De Bok. Dat had me sowieso al niet lekker gezeten. Had zij, gewoon in Nederland, hem gevonden en de politie ingeschakeld? Ik had gedacht dat niemand zijn kamer op zou gaan. Niet zo snel althans.
Het waren vermoeiende en zich herhalende gedachten. En ze zaten me dwars. Ik moest haar bellen, of ik wilde of niet.
Ook was het inmiddels tot mij doorgedrongen dat ik mijn smartphone niet kon gebruiken. Het zou me verraden. Ik moest op zoek naar een vaste telefoon. Dat zou niet eenvoudig worden vanaf deze schuilplaats.
Waarom ik in mijn bangigheid in godsnaam voor Varna heb gekozen weet ik niet meer. Misschien omdat ik veroordelend vermoedde dat Bulgarije het niet zo nauw nam als het op de wet aankwam. Maar waarschijnlijk ook omdat Varna, als havenstad, mij aan Rotterdam deed denken. Die stad waar ik zo van hou.
Eerst moest ik wat voedsel zien te vinden. Ik was uitgehongerd en futloos.

Ik vond al snel een authentiek Bulgaars eethuis. Ze weten wel wat eten is, daar op de Balkan. De keuken is er divers door de invloed van onder andere Griekenland, Turkije en zelfs het Midden-Oosten. Ik had al geen moeite met de vele soepen, koud of warm, maar de stoofschotel die ik er bestelde sloeg alles. Het was mede daardoor dat ik met de eerste grote tegenslag – mevrouw
Daalmeier was tot dan telefonisch onbereikbaar- kon omgaan. Voor zulk kalfsvlees had ik bij wijze van spreken een moord begaan. Ook al was dat, in mijn situatie, een gestoorde gedachtegang.
Vanachter het tafeltje waaraan ik mij tegoed deed heb ik nauwlettend de ingang van het schamele eettentje in de gaten kunnen houden. Naast de deur hing een ouderwetse munttelefoon. Ik moest het  nog een keer proberen, later, na de baklava.

Uiteindelijk, na twee dagen, nam mevrouw Daalmeier het gesprek aan. Toen zij hoorde dat ik het was heeft ze even gehuild. Het is mij gelukt haar te kalmeren.
 ‘Mevrouw Daalmeier, rustig maar,’ heb ik gezegd, ‘U loopt niet langer gevaar. Arno is dood.'
Zij weigerde het om hem De Bok te noemen en gebruikte steevast zijn echte naam; Arno.
Ik was hem De Bok gaan noemen om zijn korte lontje, zijn koppigheid en zijn afwijkend hoge voorhoofd die iets van het midden gekliefd leek door een diepe denkfrons. Mevrouw Daalmeier, vond die bijnaam ongepast. Erudiet als zij was opgevoed, stond zij pal voor etiquette. Ik paste me slechts aan.
‘Ik snap er niets van,’ vermande zij zichzelf, ‘eergisteren heeft hij mijn voice-mail nog ingesproken. Hij zei dat hij wist waar ik zat. Niet dat ik dat geloofde. Hij zei ook dat hij jou zocht.’ Ze pauzeerde. Ik zag haar voor me, zenuwachtig sigarettenrook inhalerend.
‘Wat is er gebeurd Paulus?’ hervatte ze; ‘Wat is er met hem gebeurd?? Weet jij er iets van?' Ze klonk op dat moment net als vroeger, toen zij nog mijn juf was van groep zeven. Zij was een stuk jonger in die tijd en haar korte krullen waren nog bruin geweest in plaats van het huidige grijs. Eigenlijk is het ongelooflijk, de grote rol die zij in mijn leven speelt. Voornamelijk omdat zij in het huis naast het onze woont. Ze heeft daar sinds haar scheiding altijd een kamer gehuurd, als eenzame, oude vrijster.
In diezelfde straat, twee huizen verderop, was ooit De Bok geboren en getogen. Sinds een aantal jaar echter, huurde ook hij een kamer bij onze buurvrouw die zichzelf als hospita levensvervulling had geschonken en meer als bemoeizuchtige moeder opereerde dan als verhuurster met benefits. Hoogstwaarschijnlijk heeft die eigenschap uiteindelijk haar treurige noodlot bepaald.
Ik wist niet of ik mevrouw Daalmeier de waarheid kon zeggen. Die luidde dat ik De Bok met een antieke kandelaar de hersenen heb ingeslagen nadat hij mij met een mes had aangevallen. Om precies te zijn; hij had mij al weken bedreigd nadat ik bij de politie had gesolliciteerd als receptionist. Ik werd afgewezen maar schijnbaar was dat voor hem al voldoende geweest om in paniek te raken. Nu snapte ik waarom.
Aangezien hij ondanks mijn ongenadig rake klap nog leek te ademen heb ik toen zijn mes gepakt. En gebruikt. Ik ben nooit eerder van iets zo misselijk geweest.
Zou mevrouw Daalmeier die feiten aankunnen of kende zij deze al omdat ze heimelijk onder een hoedje had gespeeld met De Bok? Luisterde de Nederlandse politie mee? Of was ze werkelijk in Vancouver en zou ze hooguit ontstemd raken? Ik gokte toch maar op de laatste mogelijkheid. Ik had het mens altijd vertrouwd. Achterdocht werkt nooit productief.
Mijn paranoia het hoofd biedend haalde ik daarom diep adem en antwoordde: ‘Ik heb hem uit noodweer vermoord.’ Het bleef stil. ‘En ik ben daarna het land ontvlucht, net als u. Ik ben in Varna, Bulgarije, en weet ook niet wat ik doen moet.’

WORDT VERVOLGD.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten