donderdag 23 juni 2016

ALS SALAMANDERS

Als Salamanders (het verhaal van Anass)

Daar achter de bergen, die in hun eenzame kracht het achtergronddecor vormen voor het schrale landschap waar hij zich begaf, daar had hij ooit vrijheid geroken. Ook toen had hij zich, ten einde raad, een weg gebaand tussen de netelachtigen en ander onkruid door. Hij moest zich inhouden om niet te krabben aan de jeukende bulten op zijn benen. Geradbraakt zocht hij een plek om uit te rusten, bij te tanken. En om te ontdekken hoe ver hij inmiddels was.
De verterende zon etste haar logheid in de toch al absorberende leegte die deze dag brandmerkte. Het was niet te doen. Grote, zoutige druppels zweet persten zich uit zijn verstofte poriën en lieten hun sporen na in het poeierige zand. Weldra zouden ze verdampen. Verdwijnen in het niets.
Om toch wat verkoeling en schaduw te ervaren hield hij een grote, breed begroeide tak boven zijn hoofd. Het was tevens zijn camouflage. Misschien een armetierige, maar toch. Het boven zijn macht omhoog  houden van deze groene parasol brak hem onderhand op en uiteindelijk moest hij toch ook ergens slapen, later. Maar tot nu toe zag hij geen geschikte plek om te bivakkeren.
Gisteren, rond deze tijd, waren er wagens met rebellen zijn dorp binnen gereden. Hij had het geluk gehad dat zij pas tegen zonsondergang aankwamen. Zodoende kon hij gebruik maken van de duisternis om te schuilen, het dorp uit te komen, en te vluchten. De droge, muffe wildernis in. Uit pure ontzetting had hij zichzelf bevuild.
Het was een angstaanjagende ontsnapping geweest. Net zoals toen. Hij was toentertijd echter niet alleen, maar met zijn gezinsleden gevlucht. Die waren nu dood. De vrijheid die ze daar achter de bergen hadden geproefd, was hen uiteindelijk fataal geworden. Twee en een halve kilometer van de grens met Libanon verwijderd werden ze verraden en opgepakt. Twee en een halve kilometer!
Hij overleefde omdat hij nog maar elf jaar oud was. Anass werd teruggebracht naar zijn dorp om zich onder dwang aan te sluiten bij de rebellen. Na slechts drie maanden werden die echter verdreven door het leger, en werd het dorp bevrijd.
Er volgde een bevreemdende periode van rouw, angst, woede en hoop. Maar uiteindelijk was hij weer gaan leven. Al bleef de zucht naar echte vrijheid groot. Hij wist immers hoe die rook; reëel!
Nu, drie jaar later, Anass is inmiddels bijna vijftien, is er opnieuw verdeeldheid in zijn land en is ook zijn dorp weer in handen van gewelddadige strijders. En wederom heeft hij geluk gehad.
Morgen, als hij de bergen bereikt, ontmoet hij de mensen die hem naar de verre vrijheid zullen loodsen. Als hij deze keer wel zo fortuinlijk is dan zal hij de zon uiteindelijk weer kunnen omhelzen, liefhebben, in plaats van haar vervloeken.
Dan hoopt hij ook weer eens rustig te kunnen slapen. Om in verre dromen zijn verloren geliefden te ontmoeten. Om de verwaarloosde herinnering aan hen te kunnen aanhalen. En die zou hij verzilveren bovendien. Of in ieder geval: Levend houden.
Ook wil hij bovenal opnieuw kleur zien in plaats van zijn huidige, gitzwarte gedachteloop. Dat is het doel, en dat wordt zijn beloning. Dat heeft hij zichzelf toegezegd.
Deze ochtend was hij bijna gesnapt door onbekenden. Hij had zich ternauwernood in een stilstaand kanaaltje, beneden water, kunnen verschuilen. Als een vis aan de waterrand happend naar lucht.. Het leek alweer lang geleden. Zijn kleding was allang weer opgedroogd en verkleurd door de zon. De vervaalde stof leek op de kleur van het donkergele en uitgedroogde gras. Hij was als een salamander aangepast aan zijn omgeving.

Alsof alle illusie te hoop liep. Zo voelde het toen hij een groepje grote, dikke bomen zag. Sommige dood maar anderen levend. Ze boden in ieder geval wat beschutting. Hier zou hij slapen. Of in ieder geval rusten. Hij kon bijkans niet meer denken, nauwelijks nog lopen. Potentie en zijn scherpzinnigheid hadden hem tot hier gebracht. De hang naar morgen gaf hem overmoed en daadkracht. Zijn hersenschimmen dansten hun tijd ver vooruit. Vrij als zij zichzelf al waanden.
Met op de verre achtergrond het monotone geluid van gevechtsvliegtuigen, echoënd weerkaatst door de bergwanden, fluisterde hij zichzelf in slaap. Schietgebedjes prevelend. Onrustig..



Geen opmerkingen:

Een reactie posten